- Oefen regelmatig. Het is heel normaal dat je niet in één keer alles snapt.
- Alles beetjes helpen: dus ook Duitse ondertiteling meelezen, songtexten lezen, enzovoort.
- “Ik had 16 fout. Nou, volgende tekst beter” – Beslissend is – zoals altijd bij het leren – niet zozeer hoeveel fouten je had, maar wat je er daarna mee doet! Zoek uit, waarom het antwoord onjuist was, waar je de lees- of denkfout hebt gemaakt, en waarom dat andere antwoord wel juist is. Daar leer je veel meer van voor de volgende keer!
- Teksten gaan over de wereld om je heen. Veel teksten gaan juist over maatschappelijke onderwerpen en niet perse over dingen die jongeren interesseren. Dus lees de krant, kijk naar nieuws- en actualiteitenprogramma’s.
- Bekijk de gebruiksaanwijzing van je woordenboek. Je woordenboek werkt met tekens en afkortingen. Als je daarin thuis bent zie je dat er veel meer in je woordenboek staat dan je denkt.