Geslacht: der, die of das?

Hoe kun je weten of een woord der, die of das is?

Helaas zul je het in de meeste gevallen moeten leren of opzoeken. Hieronder vind je een aantal tips die je kunnen helpen. Soms zijn er namelijk groepjes woorden, die bijv. altijd die zijn.

mannelijk = der

  • dieren van het mannelijke geslacht
    bijv. der Stier, der Wolf, der Hahn
  • de namen van de dagen, maanden, jaargetijden, windrichtingen
    bijv. der Sonntag , der Januar, der Sommer, der Norden

vrouwelijk = die

  • dieren van het vrouwelijk geslacht
    bijv. die Kuh = de koe, die Wölfin = de wolvin
  • woorden, die eindigen op:
-schaft
-ei
-heit
-ung
-keit
-ion
-ität
die Eigenschaft = de eigenschap
die Fischerei = de visserij
die Gelegenheit = de gelegenheid
die Vorstellung = de voorstelling
die Richtigkeit = de juistheid
die Tradition = de traditie
die Identität = de identiteit
  • namen van bomen en bloemen
    bijv. die Birke = de berk, die Eiche = de eik, die Rose = de roos
  • veel (niet alle !) woorden die eindigen op een -e
    bijv. die Reise, die Frage
  • de namen van de cijfers
    bijv. die Eins, die Zwei
  • de meeste Duitse rivieren
    bijv. die Oder, die Elbe, die Donau
    LET OP: Uitzonderingen: der Rhein, der Main, der Neckar, der Inn

onzijdig = das

  • hele werkwoorden die als zelfstandig naamwoord gebruikt worden
    bijv. das Hoffen, das Denken
  • woorden eindigend op -chen of -lein (betekenis: -tje)
    bijv. das Löffelchen = het lepeltje, das Kindlein = het kindje
  • woorden die met Ge beginnen en met e eindigen
    bijv. das Gebäude = het gebouw, das Gemälde = het
    schilderij
  • de namen van de letters
    bijv. das A, das B