Zwakke werkwoorden
Zwakke werkwoorden: tegenwoordige tijdBekijk hier de uitleg- en oefenvideo over regelmatige werkwoorden A standaardgroep (= alle werkwoorden behalve groep B en C)
Bekijk de uitleg- en oefenvideo over de bijzonderheden bij B als de stam op een s-klank eindigt (Wat zijn s-klanken?)
C als de stam op een -d, -t, eindigt, en bij de volgende werkwoorden: atmen = ademen
|
Zwakke werkwoorden: verleden tijdA standaardgroep (= alle werkwoorden behalve groep B)
B als de stam eindigt op -d, -t of het is een van de werkwoorden:
|
Zwakke werkwoorden: voltooid deelwoord
|
LET OP: De klemtoon moet op de eerste lettergreep vallen. Anders komt er geen ge: voor.voorbeeld: studiéren Hij heeft gestudeerd. – Er hat studiert. voorbeeld: verkáufen: Ze heeft de auto verkocht. – Sie hat das Auto verkauft. |
xyz
Zwakke werkwoorden: gebiedende wijsA als je tegen één persoon praat: enkelvoud Dan gebruik je de ich-vorm van het werkwoord B als je tegen meer personen praat: meervoud Dan gebruik je de ihr-vorm van het werkwoord C beleefdheidsvorm Sie-vorm van het werkwoord |
Wat zijn s-klanken ?werkwoorden waarvan de stam eindigt op een s-klank zijn bijvoorbeeld: reisen = reizen |