Lijdende vorm
Meestal gebruik je zinnen in de zogenaamde bedrijvende vorm:
Eerst komt het onderwerp in de zin. En verderop komt het lijdend voorwerp. Bijvoorbeeld:
Maar soms gebruik je de lijdende vorm: Het lijdend voorwerp (“het probleem”) wordt dan onderwerp:
Het lijdend voorwerp (“het probleem”) is dan onderwerp geworden Waarom doen we dat eigenlijk?
of:
Let opAls je erbij wilt zeggen wie iets deed, gebruik je in het Duits von: Het probleem is door de politie opgelost. |