Vragend voornaamwoord

Gewone vragende voornaamwoorden

Gewone vragende voornaamwoorden kun je in het woordenboek vinden. Enkele bekende zijn:

  • hoe = wie
  • waar = wo
  • waarom = warum, weshalb
  • wanneer = wann
  • wat = was
  • waar vandaan = woher
  • waar naartoe = wohin

Bekijk hier het uitleg- en oefenfilmpje met vraagwoorden:

Het vragend voornaamwoord wie

Afhankelijk van de naamval vertaal je wie met:

1 onderwerp Wie komt er morgen? Wer kommt morgen?
2 bezit Wiens fiets is dat? (Van wie is die fiets?) Wessen Fahrrad ist das?
3 meewerkend voorwerp Aan wie heb je dat gegeven? Wem hast du das gegeben?
4 lijdend voorwerp Wie heb je gezien? Wen hast du gesehen?

womit, woran, worauf, worüber, wovon enz.

womit, woran, worauf, worüber, wovon enz. mag je – anders dan in het Nederlands – niet splitsen:

  • Waar denk je aan? – Woran denkst du ?
  • Waar interesseer je je voor? – Wofür interessierst du dich ?
  • Waar kan ik je mee helpen ? – Womit kann ich dir helfen ?
  • Waar wacht je op? – Worauf wartest du ?