Voorzetsels met een vaste naamval
|
Voorzetsels met de 2e naamval
voorbeeldzinnen:
|
Voorzetsels met de 3e naamval
voorbeeldzinnen
|
Voorzetsels met de 3e OF 4e naamval
voorbeeldzinnen
Wanneer krijg je nu de 3e of de 4e naamval bij deze voorzetsels ?
voorbeelden met deze voorzetsels:
|
Beim, vom enz. samentrekking van voorzetsel en lidwoord
|
Bis an, bis auf, bis hinter etc.Als na bis een van de voorzetsels met de 3e of 4e naamval staat (an, auf, hinter, neben, in, über, unter, vor, zwischen) krijg je altijd de 4e naamval. bijvoorbeeld: |
Naamval bij was fürIn zinnen met was für heeft für geen vierde naamval: Je moet dan doen of het er niet staat.
|