Boekrecensie: Berlijn beweegt – Oude hoofdstad in een nieuw land
Berlijn beweegt – Oude hoofdstad in een nieuw land
Rob Savelberg
Uitgeverij Boom, Amsterdam, 2009
Aantal pagina’s: 207ISBN: 978-90-8506-597-5
Rob Savelberg (1977) studeerde in Amsterdam en Berlijn geschiedenis en Duitslandkunde en volgde in Rotterdam de postdoctorale opleiding journalistiek. Hij woont sinds 1998 in Berlijn en werkt als freelance journalist voor onder andere De Telegraaf.
In oktober 2009 werd Savelberg min of meer zelf nieuws, toen hij tijdens een persconferentie aan Bundeskanzlerin Merkel de vraag voorlegde, of Wolfgang Schäuble wel de juiste man zou zijn voor de post van minister van financiën in haar nieuwe kabinet, gezien diens rol in de “Parteispendenaffäre”. (zie ook de YouTube video). Hij herinnerde de zichtbaar geïrriteerde Merkel aan het feit dat Schäuble zich tijdens het onderzoek naar deze affaire niet aan 100.000 Mark kon herinneren die hij als partijgift overhandigd kreeg.
http://www.nrcnext.nl/blog/tag/rob-savelberg/
Video van de persconferentie
Bij Maybrit Illner:
http://www.youtube.com/watch?v=tPbN2Aio4i4
Zonder verder iets af te doen aan de kwaliteit van het boek: Wie verwacht een boek over Berlijn in handen te hebben, voelt zich al snel op het verkeerde been gezet. Weliswaar speelt Berlijn in de hoofdstukken “Multikulti is mislukt” en “Digitale bohemiens” een grote rol, in de andere zeven hoofdstukken gaat het om sociaal-politieke aspecten van het Duitsland van nu.
“Berlijn beweegt” maakt een rondgang langs alle recente ontwikkelingen, van de neoliberale tijd van de arrogante krachtpatser Schröder tot de opkomst en regeringsstijl van Angela Merkel, van de strijd om “Die Mitte” tot Hartz IV, van onderwerpen als de marktwerking in Duitsland, de veranderingen in de omgang met het oorlogsverleden, idem met het DDR-verleden, van de moeizame relatie met Polen tot de afrekening van de generatie van de ‘68ers. Het boek leest in veel gevallen als een nuchtere en evenwichtige, maar prettig leesbare samenvatting van deze ontwikkelingen, zonder opdringerige stellingname van de auteur.
Het is daarmee een ideaal boek voor docenten Duits – al of niet in opleiding – en voor mensen die even de zaken op een rijtje willen hebben. Daarbij is het prettig dat Savelberg voor een breed publiek schrijft en links en rechts nog wat zaken kort toelicht, die voor Duitslandvolgers gesneden koek zijn. Hoe waardevol zijn brede en beschrijvende aanpak ook is, je hebt vaak de indruk een samenvatting van het nieuws te lezen, aangevuld met anekdotes.
Persoonlijk waardeer ik met name onderzoeksjournalistiek die een kijkje achter die ontwikkelingen geeft. Die wordt in enkele hoofdstukken goed zichtbaar. In de “Bruine Hamas” over de opkomst en drielegdige strategie van de rechtsextreme NPD wordt exemplarisch duidelijk, wat er in met name Oost-Duitsland aan de hand is. Savelberg maakt het dagelijkse rechts-extremistisch denken zichtbaar aan de hand van doodgewone bewoners in het plaatsje Reinhardtsdorf-Schöna.
Een ander hoofdstuk dat mij bijzonder aanspreekt is “Met de rug naar het oosten” – over de moeizame relatie tussen Duitsers en Polen. Savelberg brengt de situatie tot leven in zijn schets van bijvoorbeeld het grensdorpje Osinów Dolny, waar maar liefst 37 kapsalons de prijsbewuste Duitse klanten graag ontvangen. Hij gaat uitvoerig in op de achtergronden van wederzijds onbegrip en desinteresse en de pogingen van diverse zijden om dit te doorbreken.
De relatie Duitsland-Nederland speelt in Savelbergs boek geen belangrijke rol, en eerlijk gezegd ben ik daar blij mee. Dit perspectief is behoorlijk “breitgetreten” in de afgelopen jaren en heeft misschien het zicht op Duitsland zelf enigszins vertroebeld. In het hoofdstuk “Multikulti is mislukt” komt het integratiedebat in beide landen aan de orde. De moord op Pim Fortuyn en nog meer de moord op Theo van Gogh misten hun uitwerking niet op de Duitse discussie over de multiculterele samenleving.
Savelberg bericht onder andere over de Rütli-Schule in het Berlijnse Neukölln, die per brandbrief de gemeente verzocht opgeheven te mogen worden. In Neukölln verlaat 70 procent van de jongeren de school zonder diploma. De Berlijnse sociaaldemocraat en stadsdeelburgemeester Buschkowsky waarschuwde voor “Parallelgesellschaften”.
In het slothoofdstuk “Digitale bohemiens” gaat Savelberg verder de diepte in waar het de stad Berlijn betreft, de stad die altijd wordt maar nooit is. Ook hier is hij met veel detailkennis en voorbeelden van de partij. Van Wowereit’s slogan “Arm aber sexy” tot de tot mythe geworden “Tacheles”, het uitgaansleven, de jonge creatievelingen – ook uit Nederland – die zich in Berlijn thuisvoelen en het fenomeen freelanceproleten – Savelberg slaagt erin een boeiend portret van de stad te geven.