Vergeet je eitje niet…

fruhstuckseiEen Frühstücksei is altijd een welkome aanvullig op de maaltijd. Wekelijks vind je een actueel Duits onderwerp op de website van het Duitsland Instituut: kort beschreven, met een kleine didactisering die juist ook voor tussendoor bedoeld is. Ook de eerdere Frühstückseier blijven online. Bekijk ze hier!

Beleef Berlijn – Excursiegids voor je Berlijnreis

excursiegids-berlijnHa! Dat is nog eens mooi materiaal. Een excursiegids voor docenten en leerlingen over Berlijn. Gemaakt voor en door docenten, begeleid door de onderwijsafdeling van het Duitsland Instituut Amsterdam. Ik citeer hier de beschrijving: Naast alle reisgidsen met toeristische highlights die er over Berlijn bestaan, biedt deze excursiegids verdieping voor docenten die met hun leerlingen de stad bezoeken.

Alle opdrachten kunnen door leerlingen zelfstandig worden uitgevoerd. Immers, door zelf te ontdekken leer je de stad het beste kennen. De excursiegids behandelt drie thema’s die zich goed lenen voor veldwerkopdrachten: de Berlijnse Muur, Dynamisch Berlijn/gentrification en Street Art. Daarnaast staan in deze gids opdrachten ‘uit het veld’ – ontwikkeld en getest door uw collega’s uit het VO, opdrachten ter voorbereiding van de excursie en praktische tips.

Download: Je kunt de excursiegids downloaden als PDF bestand op deze pagina van het Duitsland Instituut.

Raadpleging CVE: schrijfvaardigheid schrappen uit examens BB en KB?

logo-levendetalen-kleinDe beroepsvereniging Levende Talen is door het College van Examens gevraagd naar draagvlak voor het volgende plan: „Het onderdeel schrijfvaardigheid wordt per 2017 geschrapt uit de flexibele examens BB en KB Duits.“ Dat zou betekenen dat vanaf 2017 voor Duits BB en KB  alleen leesvaardigheid en kijk- en luistervaardigheid centraal zullen worden getoetst. Schrijfvaardigheid wordt dan verplicht onderdeel in het schoolexamen, net als bij GL en TL. Wij vragen u als lid van de sectie Duits van Levende Talen uw mening hierover te geven via de link Onderzoek draagvlak VMBO-examens Duits

Dank en groeten, Philipp von Samson, voorzitter sectie bestuur Duits Levende Talen

www.internationalisering.nl = online kennisomgeving over internationalisering

europeesplatform

[Persbericht van het Europees Platform] De online kennisomgeving internationalisering Line, wordt op woensdag 14 mei 2014 gelanceerd: www.internationalisering.nl Line is een gezamenlijk initiatief van het Europees Platform – internationaliseren in onderwijs, en de Nuffic. Via Line kunnen docenten, coördinatoren en beleidsmakers in het voortgezet en hoger onderwijs kennis en ervaringen op het gebied van internationalisering opdoen en uitwisselen.

Het Europees Platform en de Nuffic vinden het belangrijk dat leerlingen, studenten, docenten en beleidsmakers hun blik verbreden en kennismaken met de wereld om hen heen. Beide organisaties dragen hieraan bij door internationalisering in het onderwijs te bevorderen

Om de kennis over internationaliseren in het onderwijs beter te delen, is de online kennisomgeving ontwikkeld. Met Linekunnen professionals in het voortgezet en hoger onderwijs hun kennis en vaardigheden op het gebied van internationalisering vergroten. In eigen tempo kunnen ze modules volgen met studies, artikelen, opdrachten en filmpjes.

In Line kunnen docenten, coördinatoren en beleidsmakers:

  • kennis en ervaringen over internationalisering vinden en delen.
  • nieuwe ontwikkelingen in internationalisering volgen.
  • in eigen tempo modules volgen met studies, artikelen, opdrachten en filmpjes.
  • best practices vinden en delen.

Vanaf woensdag 14 mei ontvangen wij u graag weer op deze website om kennis te maken met Line. U kunt zich dan direct registreren en vervolgens zelfstandig starten met een van de thematische modules.

Laat je leerlingen stemmen op hun favoriete nummmer!

machmit-logoNet als vorig jaar is er weer een muziekactie, waarbij leerlingen tot 10 maart via Facebook hun favoriet Duitstalig nummer kunnen kiezen. Bij het nummer met de meeste stemmen maakt het MachMit! team van het Duitsland Instituut vervolgens materiaal zodat docenten hier iets mee in de les kunnen doen. De leerlingen gaan dan weer creatief aan de slag met het nummer, maken er bijv. een video-clip bij en kunnen bioscoop-kaarten voor de hele klas winnen. Meer info op Machmit!

Column: Alle docenten in een register…

cameraNu je tegenwoordig op straat en in de winkel gevolgd en geregistreerd wordt (dankzij het Wifi-signaal van je smartphone), nu je zowat èlke taalhandeling kunt opzoeken in een genadeloos lange lijst can-do statements en tot op oefening-niveau er een keurig „objectief“ A2-, B1 of wat-voor-ERK-aflaat-etiketje-dan-ook bijgeleverd krijgt, nu je als docent (in opleiding) aan een ladder van gedetailleerd beschreven competenties mag voldoen en als docent door de tunnelvisie van het Toezichtkader van de Inspectie bekeken wordt – begon ik mij wat ongemakkelijk te voelen. Waarom worden wij als docenten nog steeds niet ècht zorgvuldig gevolgd, gemeten,  gecontroleerd? Ik wil serieus genomen worden in zo’n Big Brother maatschappij! Dit lijkt met het lerarenregister eindelijk te gebeuren. Voor wie de ironie en het vleugje cynisme in deze regels ontgaan is: Niet verder lezen en terstond leuke dingen gaan doen!

Voor alle anderen: welkom bij deze kritische column over dit soort ontwikkelingen. Het gaat uiteindelijk eindigen met camera’s in de klas, die de kwaliteitsbewaking („We moeten sterk staan t.o.v. de inspectie!“) en „veiligheid“ („ARBO, u begrijpt het wel!“) voor hun rekening nemen. By the way: Er zijn al paspoppen op de markt met ingebouwde camera’s die aan gezichtsherkenning doen. Dus die vriendelijke tweedeklasser die je zo aanstaart met zijn Google Glass-bril… hou hem in de gaten!!! Hij checkt waarschijnlijk op dit moment of je nog wel voldoet aan de eisen van het lerarenregister!

Terug naar het onderwerp. Waar nascholing tot nu toe vaak (te) vrijblijvend was – ik ken secties waar mensen in geen tien jaar zichtbaar iets aan de ontwikkeling van het vak gedaan hebben – dreigt nu het andere uiterste te gebeuren. Alle docenten moeten straks in het lerarenregister komen. Het zit er aan te komen dat het binnenkort definitief in de CAO’s belandt, in ruil voor het „chantage-geld voor het onderwijs“ dat de minister op de plank heeft liggen. Wie niet in het register staat verliest dan zijn bevoegdheid. Graag wordt daarbij verwezen naar andere beroepsgroepen, die immers (ook) aan eigen kwaliteitsbewaking doen. Artsen, notarissen enz.

Het lerarenregister en het bijbehorende denken zal een reeks nare effecten hebben. Het begint al met de vraag wie er toegang gaat krijgen tot dat register. Is dat voor mijzelf? Mag of moet mijn werkgever daar inzage in hebben? Mogen ouders en leerlingen meekijken wat ik zoal aan scholing doe? Vervolgens kom ik bij de vraag: Hoeveel scholing moet iemand dan volgen? Waar ligt de ondergrens aan de hoeveelheid scholing die je volgt? Krijgt een cursus punten? Hoeveel dan? En dan het belangrijkste punt: De kwaliteit van de scholing: Welke cursus is geschikt? Wie gaat dat bepalen? Hoe zwaar weegt welke cursus? Ik ben niet bang dat er géén complete bureaucratie opgezet zal worden – in gedachten zie ik alweer een spiegelend kantoor langs de Amsterdamse Zuid-As voor me – waarin men dit soort uiterlijkheden in kaart zal brengen. Je kunt je overigens nu al aanmelden als lid van een „registersubcommissie“. Daartoe moet je je vervoegen bij een heuse „verbindingsofficier“ (ik verzin het niet!).  Kennelijk is zo’n register opzetten een militaire operatie.

Dit registerdenken leeft van een aantal drogredenen. Op papier kun je kennelijk vooraf inschatten wat zinvolle nascholing voor een bepaalde persoon kan zijn. Het is gebaseerd op de suggestie dat je de bekwaamheid van een persoon kunt volgen door een aantal cursus-punten per zoveel jaar op te eisen. Er zijn nascholingscursussen waar je misschien niets van opsteekt. Maar je collega één stoel verderop misschien juist heel veel. Op papier zijn we na afloop allebei een stukje beter geschoold dan voorheen. Daar zou ik allemaal nog wel mee kunnen leven, maar het is maar de vraag of je met zo’n registratie-  en – onvermijdelijk ook –  dwangsysteem („Alleen als u per vijf jaar voor 20 punten aan scholing volgt kunt u bevoegd docent zijn“) de harten van de achterblijvende vakgenoten zult bereiken. Welke cursussen zullen zij gaan volgen? Een registratiesysteem lost hun gebrek aan motivatie en hun gebrekkige vakbekwaamheid niet op. Alleen op de school zelf door intensieve gesprekken en coaching is dit misschien te bereiken. Maar alle andere docenten – die het al prima doen en zichzelf toch wel nascholen, op veel manieren – moeten mee in deze controle-waanzin met alle gevaar van eenvormigheid en willekeur:

Het systeem zal nog namelijk nog heel andere effecten hebben. Cursussen – en daarmee nascholingsinstituten – moeten zich voortaan richten naar criteria die anderen opstellen. Nascholing is immers voortaan alleen nog wat het register zegt dat nascholing is. Een inspirerend gesprek met een collega? Al het informele leren, thuis bronnen lezen of bestuderen? Jammer, maar helaas!  Het zal er voor zorgen dat cursus-instituten zich voortaan moeten richten naar „de“ officiële eisen en daarmee indirect onder overheidstoezicht komen te staan. En daarmee ook afhankelijk zijn van de sterk wisselende opvattingen over „goed“ onderwijs. Nu al ijveren de nascholers om aan te tonen dat hun nascholingsaanbod volledig gecertificeerd is. Ik citeer er een: „Bij het ontwikkelen van de cursussen is steeds rekening gehouden met de SBL-competenties, de Dublin-descriptoren en de eisen vanuit de Kennisbasis Master.“ Kortom: TÜV-geprüft  van a tot z – anders heeft u het nakijken.

De „buitenwacht“ zal dit een worst zijn. Dezelfde overheid die op allerlei manieren debet is aan het lerarentekort en aan het feit dat je kind les kan krijgen van onbekwame en onbevoegde docenten gaat nu voor kwaliteit. Dat zal het goed doen in de gezinnen met schoolgaande kinderen. En als een paar jaar later een enthousiaste staatssecretaris verklaart dat hij / zij het niveau van het onderwijs nog wat gaat verhogen [= meer verplichte nascholingspunten te behalen per jaar] dan zal dat ook met gejuich ontvangen worden. Het zinnetje wat dan gebruikt zal worden is al te voorspellen: „Geen zesjescultuur voor de leerlingen, dan ook niet voor de docenten!“.

In deze meet- volg- en controle-tijd zie je in al die lijstjes nooit de woorden vertrouwen, intuïtie en gezond verstand opduiken. Ik weet ook wel waarom: Ze zijn niet meetbaar, niet controleerbaar en dus tellen ze letterlijk niet mee. Laten dit nu precies de dingen zijn die ouders benoemen, als ze hun tevredenheid met jou als docent uiten.

ICT-tip: Kahoot!

kahoot

Er zijn al diverse „student-response“ apps en programma’s voor gebruik in de klas, denk aan Socrative bijvoorbeeld. De tip over Kahoot! kreeg ik onlangs aangereikt door Antoine van Dinther tijdens zijn animerende workshop op de Good Practice Day in Leiden. Waarvoor dank!

Met Kahoot! kun je een aantal meerkeuzevragen voorbereiden als docent en die via je beamer aan de klas laten zien. De leerlingen gaan naar met hun telefoons naar de website van Kahoot, typen een nickname in en een pincode (die ze op jouw beamerbeeld zien). Ze hoeven zich niet (vooraf) ergens te registreren. Vervolgens start je als docent het spel en de klas kan – per vraag binnen een bepaalde tijd – reageren.

Het ziet er allemaal speels en leuk uit en bevat geen onnodige toeters en bellen. Een leuk aspect is het competitieve element. Na elke vraag komt in beeld wie de meeste punten heeft. Kortom: een leuke en leerzame activiteit voor bijvoorbeeld de laatste 10 minuten van de les.

Zelf ben ik het meteen gaan testen in klas 2 om er voor toetsen wat kleine opfrisrondjes grammatica of woordenschat mee te doen. Rondjes van 10 vragen werkt het beste, is mijn ervaring. Kids blij, docent blij!

DVD: Superbauten

superbautenDe Dom van Keulen, de Frauenkirche in Dresden en Schloss Neuschwanstein staan centraal in deze 3-delige serie van Terra X, de populaire wetenschapsreeks van het ZDF. Deze mini-serie – gepresenteerd door Sebastian Koch èn – hoera – ook Duits ondertiteld – is op DVD te koop. De afleveringen duren elk 45 minuten en bestaan uit stukjes docu-drama, afgewisseld met gesproken bijdragen van Sebastian Koch (op locatie) of als voice over. Het tempo is ARD-ZDF-tauglich, ofwel… gemoedelijk!

Een documentaire bekijken is weer eens wat anders dan een speelfilm of oneindig veel CITO-Kijk-Luistertoetsen. Je vindt ze bijvoorbeeld in de ZDF Mediathek, waar je overigens – TIP! – soms ook ondertiteling bij kunt inschakelen. Nadeel van de ZDF Mediatheek is dat (ook) daar niet alles voor de eeuwigheid beschikbaar blijft. Net als op YouTube: Op een gegeven moment haalt de eigenaar het van internet af en daar sta je dan als docent. Docenten houden niet van dit soort lesbedreigende verrassingen…

Over deze serie: Je kunt de afleveringen op het moment dat ik dit schrijf – ook (nog) op het ZDF vinden: Kölner Dom –  FrauenkircheNeuschwanstein.

Twee nieuwe uitlegfilmpjes online

Bekijk ze op mijn uitleg-kanaal op YouTube, zoek op  „duits.de“ en je vindt ze allemaal.

 

Recensie: 1913, Sommer des Jahrhunderts van Florian Illies

illies-1913Lichtvoetig, vol humor èn vol diepgang, dat kenmerkt het boek van Florian Illies over de avantgarde generatie in 1913, kort voor de grote catastrofe van de Eerste Wereldoorlog.

De cabaretschrijver Peter Ensikat schreef ooit Über Zeitgeist spricht man vorwiegend in Zeiten von Abwesenheit von Geist. Illies kun je zeker geen afwezigheid van geest verwijten. Hij treft in de tijdgeest van 1913  een overstelpende, verwarrende, ziekmakende hoeveelheid Geist aan, in een nerveus tijdperk. Het is de tijd die Illies typeert als Untröstlich, jenseits aller Utopie, aber voller Poesie.

Illies laat zien hoe een generatie aan de vooravond van de grote catastrofe worstelde. Aan bod komen Franz Kafka, Sigmund Freud, Georg Trakl, Arnold Schönberg, Else Lasker-Schüler, Virginia Woolf, Gotffried Benn, Pablo Picasso, Ernst Jünger, Rainer Maria Rilke, Thomas Mann, Robert Musil, James Joyce, Emil Nolde, Marcel Duchamp, Otto Gross, Alfred Brendel, Arthur Schnitzler en dan ben ik er vast nog een paar vergeten.

Illies brengt hen per maand van het jaar 1913 een bezoekje. Op hun huisadres, in hun gedachten en werk, in hun doen en laten, in hun liefhebben, scheppen, wanhopen en worstelen. Als bron dienen fragmenten uit dagboeken en brieven, waardoor intieme inkijkjes ontstaan, op het voyeuristische af. Illies wisselt dit af met nieuwsberichten en fragmenten uit populaire bladen. Door Illies aanpak besef je eens te meer dat de avantgarde nauwe banden onderhield. In de culturele centra Parijs, Wenen, München en in het opkomende Berlijn liepen ze elkaar vaak letterlijk tegen het lijf.

Het lichtvoetige ontstaat door zowel de afwisseling van  korte en lange berichten als Illies commentaren op wat er gebeurt. Het levert verrassende inzichten op, waarbij Illies het – ogenschijnlijk – triviale niet schuwt. Zo komen we erachter dat Hitler en Stalin op hetzelfde moment in Wenen waren en door het park van Schönbrunn hebben gewandeld. Of dat de eerste gedichten van de 15-jarige Bertolt Brecht hartstochtelijke weergaves zijn van de gezwollen krijgshaftige toon van het Duitse keizerrijk. We lezen dat Adolf Hitler een aquarel verkocht heeft. Dat van de gestolen Mona Lisa elk spoor ontbreekt. Of: Rainer Maria Rilke hat Schnupfen. Of: Pablo Picasso besitzt drei Siamkatzen. Marcel Duchamp nur zwei. Und so steht es auch bis heute zwischen den beiden großen Revolutionären: 3 zu 2.

Wie een verering voor een van de genoemde kunstenaars koestert krijgt het voor de kiezen. Want alles wat we in de literatuurgeschiedenis en in Wikipedia niet vinden haalt Illies naar boven. Het excentriek-zoekende (Lasker-Schüler met haar versleten oriëntaalse jurken),  de wanhopige verering (Kokoschka voor Alma Mahler), de depressieve onmacht (Kafka voor zichzelf, Felice Bauer en het hele leven), de zwaarmoedige zelfstilisering (Rilke), de ontnuchtering (Emil Noldes expeditie naar de pure mens), het pedante (De dagrituelen vanThomas Mann), de griezelige profetencultus (Stefan George met zijn gepoederde haar en zijn volgelingen) enzovoorts. Ze voegen zich als puzzelstukjes tot een tijdsbeeld samen.

Florian Illies‘ korte commentaren hierop zijn, nuchter, meelevend of hilarisch – maar altijd treffend. Hij legt de essentie daarin bloot.  Over bloot gesproken. Na een beschrijving van het nieuwe schildersgeluk van Schmidt-Rottluff stelt hij vast dat als het over bloot in diens werk gaat der Kopfmensch Schmidt-Roffluff terugkeert. Hij citeert Schmidt-Rotluff: Es ist nichts anders mit den Brüsten. Sie sind ein erotisches Moment. Aber ich möchte es loslösen von der Flüchtigkeit des Erlebnisses, gewissermaßen eine Beziehung herstellen zwsichen dem kosmischen und irdischen Augenblick. Illies vervolgens:  Von wegen ‚Entzauberung der Welt‘. Sondern: Kosmische Brüste! Eine bislang von der Forschung völlig übersehene anatomische Entdeckung des Jahres 1913.

Een geweldig boek!

Florian Illies 1913 – bij bol.com