Hoeveel docenten Duits zouden een soort „Goethe fobie“ ontwikkeld hebben? Of misschien wel een soort levertraan-gevoel van vroeger: „Het smaakt niet goed, maar het is gezond dus het zal wel moeten“. Of een regelrechte afkeer? De 19e en 20e eeuw hebben van Goethe, Schiller en consorten ontoegankelijke marmeren kolossen gemaakt, lijkt het wel eens. En hoeveel collega’s – mijzelf incluis – betrappen zich er op dat je na jaren dagelijkse onderwijspraktijk nog slechts terugvalt op enkele veelbesproken teksten, fragmenten en wetenswaardigheden rondom schrijvers en hun tijd („Deze kenmerken van de Sturm en Drang moeten jullie leren, jongens!“). Als een leerling echter zou doorvragen merk je dat de achterliggende wereld mistig geworden is. Geen wonder ook: Je studiejaren liggen alweer lange tijd achter je. Kennis en inzicht verdienen onderhoud, anders verbleken ze al snel tot abstracte gemeenplaatsen.
Maar bovenal was het nieuwsgierigheid, die mij in de boekhandel in Weimar – tja, waar anders bij dit onderwerp – naar de nieuwe (2013) biografie van Goethe leidde. Hij is geschreven door Rüdiger Safranski, germanist, filosoof en (kunst)historicus – en biograaf met staat van dienst (o.a. over Schiller, Heidegger, Nietzsche). Op papier de man met de ideale achtergrond dus om de monumentaliteit van het „merk“ Goethe te lijf te gaan. En dat doet hij gelukkig met verve. 650 bladzijden is nogal een „project“ in onze haastmaatschappij. Gelukkig vind je in de behoefte aan een hanteerbare vorm Safranski aan je zijde. Hij vermoeit de lezer niet met citaten van Goethe-kenners over andere Goethe-kenners. Voor de voetnoten heeft hij een galante manier gevonden: Ze ontbreken in de lopende tekst, maar achterin wordt aangegeven waar de cursieve citaten naar verwijzen. De hoofdstukken zijn compact van lengte en goed ingedeeld. Hij houdt het bij uitspraken en citaten van Goethe en zijn tijdgenoten zelf: terug naar de levende bron dus.
Daarbij toont Safranski zich bovenal een zorgvuldig en betrokkken lezer. Hij vergelijkt werk, daden en gedachten en verliest zich niet in details. Ook komt zijn nuchtere aanpak niet opdringerig over, net zo min als dat je de indruk hebt dat hier een bepaald denkbeeld over Goethe veranderd zou moeten worden. Safranski wil Goethe zo onbevangen als mogelijk leren kennen – en dat merk je. De treffende karakteriseringen van bepaalde fases in Goethes leven en werk zijn een genot om te lezen. Zo brengt hij Goethe visie op mens, wetenschap, natuur en religie treffend „auf den Punkt“: „Der bedeutungssuchende Blick in die Natur war für Goethe immer auch die Fortsetzung der Religion mit ästhetischen Mitteln“.
Daarbij ontwijkt Safranski niet de tegenstrijdigheden in de persoonlijkeid van Goethe, maar hij voert ze nooit met aplomb ten tonele, laat het oordelen aan de lezer over. Dit geldt ook voor de mythes rond Goethe. Bijna en passant wordt duidelijk dat er – naar aanleiding van de „Werther“ – geen aanwijzingen zijn dat allerlei mensen zelfmoord pleegden. Net zo min als dat Goethes laatste woorden „Mehr licht“ geweest zouden zijn.
Gaandeweg echter – en zeker in het hoofdstuk waarin Goethes „levenswerk“ Faust besproken wordt – merk je dat Safranski Goethe zo bespreekt dat je met enige regelmaat parallellen trekt naar de maatschappij van nu. Zo moest Goethe niets van het nieuwe tijdperk van de Romantiek – met zijn neiging tot het obscure en occulte, door Goethe als „hocus pocus“ afgedaan – hebben, maar zag ook de nieuwe tijd op zich afkomen, waarin technologie en economie definitief de dominerende waarden in de maatschappij zouden worden, ten koste van kunst en verbeelding. Even heb je het idee dat Safranski zich daarin bondgenoot van Goethe voelt. Hij ziet in de rol van Mephisto nadrukkelijk veelomvattender dan die van een platte „duivelse figuur“. Mephisto staat ook voor het het jachtige, oppervlakkige genot. De denkstap naar de maatschappij van nu – waarin normen en waarden onder druk staan, consumentisme en oppervlakkig genot op de voorgrond lijken te staan – ligt voor de hand.
Kortom: Safranski heeft een fris geschreven reconstructie van Goethes leven en werk geschreven, die veel inzicht geeft in de persoon en diens ideeën. Het is op een integere, boeiende manier geschreven en biedt op een toegankelijke manier voldoende diepgang – ook voor de lezer die zich al eens met Goethe bezig hield.
Sie können das neue Buch von Rüdiger Safranski in den Bibliotheken des Goethe-Instituts Niederlande in Amsterdam und Rotterdam ausleihen!
Warum ausleihen ? Kaufen Natuurlijk ! Safranski ist ein must !
Nu ook in Nederlandse vertaling (door Safranski’s vaste vertaler Mark Wildschut) bij Uitgeverij Atlas Contact, ook als e-book. Geprezen (vijf sterren) door de Volkskrant en NRC