Als je lesgeeft doe je dat automatisch vanuit veronderstellingen over wat leerzaam is voor je leerlingen. Die vertaal je in opdrachten en studietips voor je leerlingen. Op het gebied van woordverwerving komen deze overtuigingenje vast wel bekend voor:
-> „Woordjes leer je het beste in zinnen.“
-> „Als je woordbetekenissen zelf raadt, leer je er het meest van.“
-> „Met relatief weinig woorden weet je al veel van een tekst“
Hoewel wijd verbreid blijken dit soort veronderstellingen zo niet (helemaal) te kloppen. Een tijdje terug kwam ik – tijdens het opruimen – weer het artikel hierover tegen van Jan-Arjen Mondria, verbonden aan de universiteit Groningen, die een aantal jaren geleden voor zijn promotie-onderzoek de ins- en outs van woordverwerving onderzocht. Het artikel (8 pagina’s) is destijds in het Levende Talen Tijdschrijft gepubliceerd, maar je kunt het nog steeds hier downloaden:
Mythen over vocabulaireverwerving. Levende Talen Tijdschrift 7, Nr. 4
http://www.rug.nl/staff/j.a.mondria/LTT_2006_4.pdf